Review: Mission LX1, Mission LX5 en Mission LX-C – betaalbare speakers

07 mei 2017 + 10 minuten 0 Reacties
groepsfoto-mission-lx

Het Britse Mission lanceerde vorig jaar de LX-speakers, daarbij mikkend op de prijsbewuste consument die toch graag een goed geluid wil. De lagere prijs maakt de LX-familie interessant om een surroundopstelling mee te bouwen.

Mission LX1, Mission LX5 en Mission LX-C

Het is opvallend hoe in het afgelopen jaar steeds meer betaalbare speakers verschijnen, die eigenlijk op een hoger niveau spelen dan je zou verwachten. Elacs Debut-reeks of de Monitor Audio Bronze-familie zijn twee voorbeelden die ons meteen te binnen schieten. We zijn benieuwd of de LX-reeks van Mission ook bij die trend past. Want het mag gezegd worden, een trend die beter geluid voor een lagere prijs naar de kritische consument brengt, is natuurlijk een heel positieve.

Net zoals bij de Bronze- en Debut-reeksen maken de lage prijzen van de Mission LX-modellen ze interessant voor iedereen die voor een betrekkelijk lage prijs een surroundopstelling wil bouwen. Daarom dat we voor deze test een 5.0-opstelling bouwden, met twee LX5-vloerstaanders, twee LX1-boekenplankspeakers en een LX-C-centerspeaker. Er is geen passende LX-subwoofer, dus houden we nog een Teufel T 4000-subwoofer in reserve voor het geval er wat ondersteuning nodig is in het laag. Die subwoofer is heel interessant als je met een oog op je budget een thuiscinema wil bouwen én tegelijkertijd een sub zoekt die je onder de zetel kunt schuiven.

Voor de aansturing van de surroundopstelling gebruikten we een Denon AVR-X6300H; een 11.2-receiver uit een beduidend hogere prijsklasse dan de rest van de gebruikte apparatuur. Bij een speakerset zoals deze zou een modale consument eerder gaan voor een receiver zoals een Denon AVR-X2300 of Yamaha RX-V481. De X6300H heeft dan weer als voordeel dat eventuele beperkingen zich niet aan receiverzijde zullen manifesteren.

De betaalbare prijzen zijn als volgt:
Mission LX1: 129 euro
Mission LX5: 699 euro
Mission LX-C: 229 euro

Mission LX1, Mission LX5 en Mission LX-C: mooi afgewerkt

De Nederlandse importeur van Mission, Quad-raad, bezorgde ons de speakers in elk van de drie mogelijke LX-afwerkingen: zwart, walnoot en wit. Fijn, want zo konden we de verschillende kleuruitvoeringen vergelijken. In alle drie gevallen is er gewerkt met een fineer over MDF. Het fineer is bij de drie versies eerder dof dan glanzend, wat in een woonkamer waar wel eens wat stof rondvliegt een pluspunt is. Bij de walnoot en zwarte uitvoering is de voorkant trouwens egaal zwart, wat de donkere metalen ringen rond de drivers mooi laat uitkomen. De witte versie is wat anoniemer. Opvallend is dat de walnootversie in de praktijk toch heel wat donkerder is dan wat er in de catalogus en op de website van Mission te bewonderen valt.

De afwerking en bouwkwaliteit lijken heel consistent over de modellen heen. De 129 euro kostende LX1 ziet er even goed uit als de duurste LX5, en dat is best oké. Je kunt op de bouwkwaliteit maar weinig kritiek hebben. De hoeken van de behuizing zijn scherp afgelijnd en de voorkant mist zichtbare schroeven, wat de LX-speakers strakker en interieurvriendelijker maakt. De achterkant is wat minder gelikt qua afwerking, maar wel netjes. Dat is op zich niet zo ongewoon op dit prijspunt. Wel oppassen: je duwt deze speakers liever niet tegen de muur. Dat is altijd een minder goed idee, maar het gebeurt wel vaker in woonkamers waar de ruimte beperkt is of wanneer uiterlijk prioriteit heeft. De LX-speakers hebben echter een opening achteraan om lage tonen te verspreiden. Blokkeer je dat, dan worden bassen gedempt.

In dit segment durft men wel eens te besparen als het de luidsprekerterminals betreft, maar de LX-speakers komen met vrije grote terminals die bananenstekkers en dikkere kabel aankunnen. Onderaan zijn de LX-vloerstaanders voorzien van spikes en zoals gebruikelijk geeft de fabrikant stoffen roosters mee waarmee je de drivers kunt afdekken. Opvallend op dit vlak: de speakergrille blijft magnetisch op zijn plaats, niet door middel van kwetsbare stekkertjes of iets dergelijks. Meestal is een magnetisch systeem toch iets voor de hogere prijsklasse. Globaal genomen zien de LX-speakers er gewoon oerdegelijk uit. Dat is goed, maar is ook wel een synoniem van niet spannend of een weinig grensverleggend design.

Mission LX1, LX5 en LX-C: Herkenbare driveropstelling

Wie de tweewegs LX1 en LX2 bekijkt, zal meteen iets typisch voor Mission herkennen: de woofer is hoger gemonteerd en de tweeter staat in de onderste positie. De meeste luidsprekerbouwers zetten de tweeter toch liever bovenaan, op oorhoogte. Mission doet het toch omgekeerd om net de afstand tussen tweeter en oor te vergroten, waardoor volgens de Britse firma timingproblemen vermeden worden en het geluid meer coherent wordt.

De driewegs LX5-vloerstaander is een zwaarder geval, wat positief is. In het budgetsegment kom je soms heel lichte luidsprekerbehuizingen tegen, en die hebben sneller last van resonantie. Mission heeft echter veel aandacht besteed aan het intern verstevigen van de kasten, wellicht onder invloed van ontwerper Karl-Heinz Fink. De Duitse ingenieur werkt voor een varia aan merken (zoals de M-speakers van Boston Acoustics en recent Q Acoustics) en vindt kastconstructie een absolute prioriteit.

De LX-C heeft dezelfde uitstraling als de rest: degelijk. De centerspeaker heeft een centrale tweeter (goed!) die aan beide zijden geflankeerd wordt door een woofer. De LX-C is een vrij compacte center. Dat is leuk als je iets kleins onder je tv wilt plaatsen. Tegelijkertijd vinden we een grotere centerspeaker toch vaak een meerwaarde hebben omdat er zoveel cruciale audiodata in dat centerkanaal zit.

Mission LX1, LX5 en LX-C: Afstellen en klaar

Na het aansluiten van de speakers op de Denon-receiver volgt de verplichte ronde kalibreren met het Audyssey MultEQ XT32-systeem. Bij de X6300H betekent dat acht metingen. Je bent er even mee bezig, maar ook met speakers uit dit segment is een meting zeer relevant. In dit geval levert de kalibratie een resultaat dat we voor de rear-kanalen handmatig nog een beetje naar beneden bijstellen, want de LX1’en (die als rears worden ingezet) klinken iets te sterk door.

Het eerste wat we doen is de DTS 2016-testschijf gebruiken: een snelle manier om veel verschillende soorten surroundcontent vlug aan bod te laten komen. Daarna is het tijd voor wat films uit de testbibliotheek en via Netflix, die we afspelen via de op de receiver aangesloten Marantz UD7007. Netflix, met zijn vele content in Dolby Digital Plus 5.1, lijkt ons een typische bron voor iemand die een prijsbewust systeem zou bouwen.

Voor onze 2-channelbeoordeling (lees hier op HiFi.nl) werden ook de nodige muziektracks beluisterd. Handig, via de HEOS-functie van de AVR-X6300H, maar voor die test schakelden we na een tijdje over naar de veelzijdige Audiolab M-One geïntegreerde versterker die Quad-raad meeleverde.

Een belangrijke eerste vereiste voor een set surroundspeakers is dat alle componenten gelijkwaardig klinken. Anders kan een bepaald kanaal overdreven veel aandacht trekken en heb je geen goede naadloze overgang bij geluidseffecten die door de ruimte bewegen. Hoewel de LX1 iets feller klinkt dan de andere speakers, zit het qua timbre-matching bij de door ons geteste modellen vrij goed.

Bij één van onze kijksessies halen we Captain America: Civil War boven en schakelen we de subwoofer uit, voor een pure 5.0-opstelling. Het is iets dat ook in onze stereorecensie van de LX5 terugkomt: de LX5-vloerstaander produceert an sich behoorlijk wat bassen, waardoor je niet meteen de sub mist. Wel in een kleine kamer en als je niet enorm veel aandacht aan de laagweergave besteedt natuurlijk. In drukke actiescènes waar dialogen en explosies tegelijkertijd voorkomen wordt het zonder toegewijde subwoofer snel wollig. Een typisch probleem op dit prijspunt.

Activeren we de sub weer (en stellen we de receiver opnieuw af), dan krijgt met de name de LX5 wat ademruimte en klinkt het geheel wat strakker. Als in Civil War koning T’Chaka een speech geeft aan de VN en er plots een explosie buiten plaatsvindt, en ook later in de film als Black Panter en de Cap achter de Winter Soldier aan zitten, blijkt deze LX-opstelling met sub die plotse dynamische veranderingen goed aan te kunnen. Echt niet slecht.

Tijdens onze tests merken we wel iets belangrijk op. Sommige LX-speakers, zoals de LX1 en LX-C, zijn relatief ongevoelig (85-87,5 dB). Dat betekent dat je meer vermogen moet aanleveren om een bepaald volumeniveau te halen. De LX5 is opmerkelijk gemakkelijker aan te sturen. Met dat veeleisende karakter moet je wel rekening houden als je gaat winkelen voor een receiver om deze speakers aan te sturen. Als we zien dat in de test zonder sub de volumeknop van onze hogere Denon-receiver vrij ver moet worden opengedraaid, dan vermoeden we dat dit bij een instapmodel een zwaardere beproeving zal betekenen. Een instapmodel-receiver zal bij deze speakers met andere woorden hard moeten werken, en dat kan bij echt goedkope modellen een probleem zijn. De voorgestelde vermogens zijn bij die instappers vaak niet echt beschikbaar als je echt alle kanalen zwaar belast en aan de top van hun output kan de klank vrij hard worden. Kortom, onze keuze voor de AVR-X6300H is opeens niet zo gek.

Mission LX1, LX5 en LX-C: conclusie

De LX-reeks is trouw aan de belofte die Mission maakte: een goed geluid leveren voor een zeer redelijke prijs, en dat in een aantrekkelijke verpakking. Globaal genomen bieden deze luidsprekers allemaal een zeer toegankelijke klank dat een breed publiek kan aanspreken. Nogal warm en niet te helder misschien, met zeker bij de LX5 een sterk aanwezig basfundament dat filmkijken plezant maakt. Al zal je naar onze mening altijd voor een echt machtige home cinema-weergave een subwoofer moeten toevoegen. Niet echt audiofiel van klank dus, maar wel gemaakt om te genieten.

Beoordelen we het totale surroundpakket, dan is de uitkomst positief. Het goede rapportcijfer is vooral te danken aan de goed presterende LX5-vloerstaanders en de voor hun prijs prima LX1-boekenplankspeakers. De LX-C is wat zwakker in deze opstelling, ook wel vanwege het contrast met de LX5’en die er links en rechts van staan. De centerspeaker klinkt wat te dun, waardoor stemmen en geluidseffecten in het centrum op luide momenten elkaar wegdrukken. Vergeleken met een voorname, gelijkgeprijsde concurrent als Monitor Audio’s Bronze-reeks, dan heb je bij de LX bepaalde voordelen. Zo ga je met Mission iets goedkoper naar huis, maar heb je bij Monitor Audio wel meer speakeropties, waaronder een handige FX-surroundspeaker voor aan de muur.

Qua afwerking zit Mission LX-reeks bij de betere. Het is maar een klein verschil, maar we vinden het bijvoorbeeld strakker afgewerkt dan bijvoorbeeld de Bowers & Wilkins 600-reeks. Die B&W-reeks heeft echter wel wat modellen die beter presteren, met name de 685 S2 en de twee centerspeakers. Het prijskaartje ligt daar wel nog wat hoger.

We denken dat je met Mission nog goedkoper kan dan met de geteste opstelling, omdat de duurdere LX5 in een kleinere ruimte heus wel door een LX3 of LX4 kan vervangen worden. En die zijn toch aardig wat goedkoper – al ga je dan wel weer sneller behoefte hebben aan een apart aan te schaffen subwoofer. Surround, het is altijd kiezen tussen veel alternatieve scenario’s…

Wat LX vooral bewijst is dat je toch een behoorlijk goed presterende thuisbioscoop met échte surround kunt bouwen voor een aanvaardbare prijs. Oké, een 5.1-soundbar gaat nog altijd significant goedkoper zijn, maar de stap qua beleving die je zet met een al bij al discrete surroundopstelling is het wat ons betreft waard. De Mission LX-familie is één van de betere reeksen om echt surround te ontdekken.

8.0

Beoordeling

Pluspunten
  • Prijs/kwaliteit-verhouding zit snor
  • Krachtige, toegankelijke klank
  • Prima detailweergave voor het segment

Minpunten
  • LX-C is zwakkere telg

  • Stap naar LX5 kost wat
  • Meer vermogen bij receiver is een must

Reacties (0)